Landelijke ontwikkelingen

De ontwikkelingen zijn enorm hard gegaan. Ik ben zelf in 1988 in het bibliotheekwerk gerold. De catalogus werd toen net via beeldschermen raadpleegbaar. Het weggooien van de cataloguskaartjes was een "zware" beslissing. Begin jaren negentig kwam het internet.
Ik kan me nog goed herinneren dat we met z'n allen om een computer stonden om in te bellen bij Telnet en vervolgens het internet op te gaan. Kort daarna de eerste bijeenkomsten om vertrouwd te worden met e-mailen. Wat is het daarna snel gegaan...

We hebben een mooie website met veel functionaliteit. Klanten kunnen nu veel meer zelf vanuit huis regelen dan een paar jaar geleden. Ook de uniformiteit is een goede ontwikkeling. Hierdoor is de bibliotheek goed herkenbaar en kunnen klanten hun weg makkelijk vinden op websites die op dezelfde manier werken. De Nationale Bibliotheekcatalogus zit er aan te komen en dat is ook een mooie ontwikkeling.
Sommige leners snappen er niks van dat ze niet even een boek in Heiloo kunnen gaan lenen (hoewel gastlenen daar nu een oplossing voor biedt). Een nationale bibliotheekpas die in heel Nederland te gebruiken is zou een prachtige service zijn voor alle bibliotheekgebruikers. Ik hoop dat het daar toch nog een keer van gaat komen. Als oud titelbeschrijver en catalogusman hoop ik wel dat de zoekfunctionaliteit in de Nationale catalogus beter wordt, zodat je ook wat meer Google-achtig kunt zoeken en materiaal makkelijker vindbaar is.

Dat we nu ook e-books aan onze klanten kunnen aanbieden is mooi. Beter laat dan nooit. Hopelijk komt het Plus-abonnement er nog zodat we er als bibliotheek ook iets aan kunnen verdienen. Als bibliotheek moeten we nog wel commerciëler gaan denken, hoewel ons dat niet direct in het bloed zit. De financiering voor deze mooie landelijke initiatieven wordt immers vaak van de lokale subsidies van bibliotheken afgetrokken.